Configuratie > Interface

De meest voorkomende door de gebruiker gedefinieerde parameters bevinden zich in de "Interface" instellingen.

 

Notificatievenster

Hiermee bepaalt u het gedrag van het Notificatievenster.

Het Notificatievenster is ontworpen om zo onopvallend mogelijk te zijn, het venster zal automatisch verborgen worden zodra een oproep is beantwoord en aan de gang is. Als u de muisaanwijzer op het pictogram menubalk beweegt, wordt het voorbeeldvenster weer in beeld gebracht tijdens een gesprek.

De standaardinstelling is 10 seconden, dit kan worden verhoogd of worden uitgeschakeld (ingesteld op "oneindig") om het Notificatievenster permanent in beeld te houden voor de duur van het gesprek.

Het Notificatievenster zal worden weergegeven voor alle andere vensters zonder de focus weg te nemen van de huidige toepassing die in gebruik is. Wanneer "Altijd bovenaan" is ingeschakeld, blijft het Notifcatievenster in beeld terwijl u in de huidige toepassing blijft werken.

 

Contacten

Selecteer het algemene adresboek dat u wilt gebruiken:

Directory: Standaard adresboek voor gedeelde en persoonlijke contacten

Cloud Contactpersonen: Web gebaseerd adresboek voor gedeelde en persoonlijke contactpersonen

 

Acties

Afhankelijk van de locatie van het adresboek worden overeenkomende contactpersonen weergegeven in de modus "weergeven" als ze worden geopend door op het contactpictogram te klikken. Als "Contact weergeven in Bewerkingsmodus" is ingeschakeld, wordt het contact geopend in de "bewerken" -modus, indien beschikbaar.

 

Applicatie laden

Automatisch opstarten inschakelen:

 

Lokalisatie

Stel taal- en opmaakopties in op de juiste locatie:

OPMERKING: Standaard selecteert de software automatisch de lokalisatie van de Mac.